Nieuws

02/08/2023
Pieter Houbaert
Wetgeving

Vanaf 01/09/2023 treedt er nieuwe wetgeving in voege betreffende de minnelijke invordering van consumentenschulden door bedrijven inzake B2C-relaties.

 

Hier vindt u alvast een link naar de nieuwe wetgeving.

 

Onderstaand leggen we even uit in enkele bulletpoints wat er precies verandert:

 

  1. Eerste betaalherinnering verplicht en kosteloos + verplichte vermeldingen

De wetgever voegt voor het eerst een verplichte kosteloze herinneringsbrief toe bij het invorderen van onbetaalde facturen. De eerste herinneringsbrief moet op zijn minst het volgende vermelden:

  • Het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden opgeëist bij niet-betaling binnen de termijn van veertien dagen
  • De naam of de benaming, en het ondernemingsnummer van de onderneming-schuldeiser
  • Een beschrijving van het product dat de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld
  • De termijn van veertien dagen, en de ingang van deze termijn, waarbinnen de schuld moet terugbetaald worden vooraleer enige kosten, intresten of vergoedingen mogen worden gevorderd

 

  1. Toepassing schadebeding pas na het verstrijken van termijn van 14 dagen na de eerste herinneringsbrief

Pas veertien dagen na het versturen van de eerste herinneringsbrief, kan er een extra herinnering verstuurd worden. Vanaf dit moment kunnen er tevens verwijlintresten en een schadevergoeding geëist worden.

Voor kmo’s is er een uitzonderingsregime wat de intresten betreft, waardoor deze zullen beginnen lopen vanaf de kalenderdag na de verzending van de eerste herinneringsbrief.

De kost van deze extra herinneringsbrief mag bovendien maximaal 7,50 EUR betreffen.
Opgelet: enkel aan te rekenen bij maandelijkse terugkerende schulden!

Uiteraard dient een schadevergoeding voor het sluiten van de overeenkomst tussen de onderneming en de consument uitdrukkelijk te zijn bepaald. Doorgaans gebeurt dit via de aanvaarding van de algemene voorwaarden bij het sluiten van een overeenkomst.
 

 

  1. Begrenzing van de schadevergoeding en de intresten

De omvang van bovenstaande kosten worden tevens beperkt naargelang de openstaande hoofdsom.

Zo kan de forfaitaire vergoeding (schadevergoeding), voor zover deze ook werd bepaald in de algemene voorwaarden, niet hoger zijn dan:

  • 20 EUR indien het resterende verschuldigde bedrag lager is dan of gelijk is aan 150 EUR
  • 30 EUR vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 EUR indien het resterende verschuldigde bedrag ligt tussen 150,01 en 500 EUR
  • 65 EUR vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 EUR met een maximum van 2.000 EUR indien het resterende verschuldigde bedrag hoger is dan 500 EUR.
     

Resterend verschuldigd bedrag

Max. forfaitaire vergoeding

Toevoeging aan de max. forfaitaire vergoeding

Minder dan 150 EUR

20 EUR

/

Tussen 150,01 en 500 EUR

30 EUR

10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 EUR

 

Meer dan 500 EUR

65 EUR

5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf hoger dan 500 EUR, met een maximum van 2.000 EUR

 

Voorbeeld:

Voor een openstaande schuld van 1.000 EUR zal de forfaitaire vergoeding 90 EUR (65 EUR + 5 % van 500 EUR) bedragen.

Daarnaast zullen ook de intresten niet hoger kunnen zijn dan de intresten aan de referentievoet vermeerderd met acht procentpunten vermeld in artikel 5, lid 2 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. De intrestvoet op vandaag bedraagt 10,5 %.

Indien de algemene voorwaarden niets bepalen omtrent de intresten, vallen de intresten terug op de wettelijke rente in burgerlijke zaken.

Elke bepaling waarbij de consument bovenmatige intresten of hogere schadevergoedingen dient te betalen, zal voor niet geschreven worden gehouden.

 

  1. Sancties bij het niet-respecteren van deze verplichtingen

De consument zal terugbetaald moeten worden door de onderneming bij elke verkregen betaling die in strijd is met de bepalingen van deze nieuwe regelgeving.

Bovendien zal de openstaande vordering niet kunnen worden ingevorderd door de gerechtsdeurwaarder indien bovenstaande formaliteiten niet correct werden nageleefd.

 

Samenvattend:

  • De algemene (factuur)voorwaarden zullen eventueel aangepast moeten worden naar de bepalingen van deze nieuwe wet.
  • Deze wetgeving is enkel van toepassing inzake B2C-klantenrelaties.
  • De nieuwe wetgeving is van toepassing vanaf 01/09/2023 voor alle nieuwe overeenkomsten of nieuwe schulden.
  • De nieuwe wetgeving is van toepassing vanaf 01/12/2023 voor al uw overeenkomsten gesloten vóór 1 september 2023, waarbij de invordering of betaalachterstand plaatsvindt na 1 september 2023.

 

Bij vragen omtrent deze nakende wetswijziging kan er contact opgenomen worden via ons algemeen infoadres: info@gdw-gent.be

Consulteer uw dossier online